Summertime & Read me like a book (1986)

28 juni 2020 - Dieren, Nederland

Summertime (https://youtu.be/wrAkKUcx2no). Op het moment van schrijven van deze blog is het 26 juni. De langste dag is net voorbij. De zomerhitte is zinderend. De mussen vallen dood van het dak. Of om met Nicolaas Beets te spreken: “Het was een brandendheete vrijdagachtermiddag in zekere Hollandsche stad [MW: lees Dieren]: zoo heet en zoo brandend, dat de mosschen op het dak gaapten, ’t welk, op gezag der Hollandsche manier van spreken, de grootste hitte is, die men zich voor kan stellen.”. Dat was in 1839. Toen vielen de mussen nog niet dood van het dak, maar gaapten ze. Pas later zijn ze van de hitte dood van het dak gaan vallen. Tenminste, de Vogelbescherming ziet dat niet snel gebeuren. “Mussen broeden onder dakpannen en daar kan het flink warm en benauwd worden. Als de temperaturen hoog oplopen, dan kunnen we ze zelfs zien gapen. Met de vleugels wijd gespreid zitten ze met de bek open om zoveel mogelijk warmte kwijt te raken”.

Ik laat mijn gedachten gaan over de optredens van Divaz in extreme hitte. Als eerste komt de Franse tournee naar boven. Dat was weliswaar pas in 1990. Maar het was er wel heet. De anekdotes van die tournee laat ik tot het moment dat we ook met de opnames in 1990 zijn aangekomen. Behalve deze. Onze strategie om in Frankrijk optredens te krijgen, was om zoveel mogelijk cafés langs te gaan en te vragen of we die avond (of later in die week) konden optreden. Zo kwamen we in Vaison-la-Romaine (Vasio Vocontiorum, zoals de tijdgenoten van Asterix en Obelix het noemden), in de hoge oude stad op de heuvel aan de zuidkant van de Ouvèze. We zaten tijdens de tournee ook op een camping aan de Ouvèze. Camping La Voconce in Saint-Marcellin-lès-Vaison. Onze aanpak, het was geen strategie, was om na het uitslapen op pad te gaan en op het heetst van de dag onze ronde te maken langs de cafés en restaurants.

In Nederland deden we dat altijd ’s-avonds: om de paar maanden planden we een optreed-werf-avond. We waren weliswaar dapper, maar niet zo dat we direct op de kroegbaas afstapten. Onze strategie, in Nederland was het wel een strategie, was om bij het nuttigen van een of meerdere biertjes, eens rustig het café of de kroeg in ons op te nemen. Was er voldoende ruimte voor een band, sprak het publiek ons aan, zagen we posters van andere optredens, etc. Op enig moment trok een van ons dan de stoute schoenen aan en wierp aan de bar de vraag op of er interesse was in een optredens. We hadden weliswaar geen demo, maar wel visitekaartjes (en later ook een folder). Die lieten we dan achter. Onze aanpak was om per avond drie kroegen te bezoeken. Iets wat we vrijwel nooit haalden. Soms bleef het bij één kroeg, een enkele keer werden het er twee. En zelden werden het er drie. Ik kan me ook herinneren dat we vaak in dezelfde kroegen kwamen: De Tregter, De Duke, De Twee Spieghels, De Burchtsociëteit, Café In de oude Marenpoort, De Spons, Barrera, De Uyl van Hoogland. En later Annie’s Verjaardag en Het Huis de Beilen (waar we buitengewoon goeie connecties hadden en op 17 augustus 1989 in het kader van de El Cid week onder de wieken van molen De Put optraden met Leidse Kees, waarover later meer). En natuurlijk De Kleine Beer. Later De Grote Beer. Waar we in de jaren tachtig zo’n beetje de huisband waren bij Ruud Kenter. En waar we ons in de loop van de jaren elke vrijdagavond door kilo’s zouten stokjes heen hebben gewerkt. Het was repeteren tot een uur of twaalf of één. En daarna naar de Kleine Beer om na sluitingstijd nog uren te blijven hangen.

Dat gebeurde ons ook bij het optreden in Vaison-la-Romaine. We traden op aan de voet van het grafelijk kasteel, boven in de oude stad. Het was een buitenoptreden tijdens een feestavond (geen idee ter gelegenheid waarvan), waarin de Vaisonianen aan lange tafels zaten. Pizza etend (dat was dan wel wat minder Frans), terwijl er een oneindige hoeveelheid rode wijn werd geschonken uit grote 50-liter vaten. Onze muziek viel meer dan in de smaak, waar de wijn aan kan hebben bijgedragen. En de temperatuur, die ook gedurende de nacht onveranderd hoog bleef. We speelden door totdat er geen gasten meer waren. Voor ons stonden nog de grote gedekte tafels. Er was geen moeite meer gedaan om af te ruimen. En op de tafels stond nog één 50-liter vat met een restje wijn. We besloten om het vat als aandenken mee te nemen en op de camping nog een afzakkertje te nemen. Het vat hebben we na onze tournee meegenomen naar Nederland. We hebben er een aantal jaren geen afscheid van kunnen nemen. Maar op enig moment, het zal geweest zijn ten tijde van het afscheid van de lichtinstallatie, is ook het Vaisoniaanse wijnvat verdwenen. Maar niet de herinnering aan de oude stad en het optreden waar wij op een zomerse nacht waar de temperatuur niet onder de 25 graden kwam de stadspoort achter ons dichtdeden en via de Romeinse brug terugreden naar ons base camp. 

3 Reacties

  1. Peter:
    29 juni 2020
    Nooit voor huis de Beilen opgetreden? Voor welke uitspanning was het optreden bij die molen (de put??)?. Waar Chris een van onze criticasters scherp van repliek diende.. " als je het mij vraagt...... Nou..."
  2. Divaz: reis door de tijd:
    29 juni 2020
    Oeps ... aangepast. We hebben inderdaad voor Het Huis de Beilen gespeeld. Heb nooit de relatie gelegd tussen de molen, de El Cid week en Het Huis de Beilen. We speelden de volgende dag ook bij De Grote Beer in het kader van de El Cid week. En de dag daarna in het Westbroekpark in Den Haag.
  3. Peter:
    29 juni 2020
    Zo, daar komen weer vrachten aan herinneringen boven drijven... Dat je dat allemaal ergens vandaan weet te halen, echt goed hoor!!!