Improvisatie 4

1 april 2020 - Dieren, Nederland

De contramal van Improvisatie 3. Een tempo van 60. Geen explosies van geluid. Een kabbelend beekje. Steeds hetzelfde en toch in ontwikkeling. Onbedacht en zonder doel. Je hoort aan het begin van de opname dat de cassettedeck wordt aangezet als de improvisatie al bezig is. Dit in tegenstelling tot alle vorige opnames. Dat waren bewuste opnames: “Is iedereen klaar. De cassette loopt”. Deze niet. Een opname in een onbewaakt moment.

Lydia noemde al het eindeloooooos improviseren. En improvisaties die eindeloooooos duurden. Een kernkwaliteit van Divaz zou ik zeggen, zeker in de jaren tachtig en negentig. Deze improvisatie is daar een voorbeeld van. Het prototype. Je denkt op talrijke momenten: “Het is afgelopen. Eén klap van de drums en we stoppen”. En dan is er toch weer iemand die er een draai aangeeft. Vooral Tonnie vindt variaties op het ene akkoord. Ze komen en gaan. Mooi dat Peter aan het eind de tune van het begin weer oppakt. Zo is de improvisatie rond en ontstaat er een logisch einde. Dan ben je wel ruim 11 minuten verder.

Of toch niet. Tonnie geeft er een volgende draai aan. We gaan richting de 15 minuten. De verstilling van de improvisatie verdwijnt. We komen weer in de buurt van het geweld van Improvisatie 3. Lekker stevig. En dan in minuut 13: een akkoordenwisseling. Even. Niet echt opgepakt. Dat luidt het einde van de improvisatie in. Minuut 13.45. Dan is het op.