Cantaré (1986)

9 augustus 2020 - Dieren, Nederland

Ik zal zingen. Cantaré (https://youtu.be/DtXgcVRZamg). Dat is weer heel wat anders dan She’s got to be. Of Read me like a book. Op het eerste gezicht niet echt een Divaz-nummer. Na een wat gezapig begin – ‘easy listening’ – komt het favoriete refrein na een wat somber begin: “If I run out of love and love is running out of me. If I am in the deepest dark and it seems I won’t ever be free” komt “I stand up and sing a song and let the music take us along”. En dan het refrain: “I could be her lover, I could be her child, I could be her mother, every once in a while”. Na elk zinnetje zingen we dan met de hele band “Cantaré”. Terwijl Tonnie een dwingende en swingende toetsenpartij speelt.

Op 7 juni 1986 spelen we in het Poortgebouw in Rotterdam. Ik schreef er eerder al over: een gelegenheid waar Epiloog enorm goed tot z’n recht zou zijn gekomen. Het was een kraakpand, er was een festival, de andere bands waren een ideale doorsnede van new wave en punk. Volgens mij kwamen we er terecht via Leo, de broer van Wim. Hij verzorgde er het geluid. En hij had vast aanbevelingen gehoord van Wim over onze new wave en punk-kant. Wellicht over Epiloog. Dan waren we er prima op onze plek geweest. Aan de andere kant: het was een evenement dat in het teken stond van Nicaragua, daar paste latin-muziek natuurlijk uitstekend bij.

Gegeven dat we in maart 1986 Cantaré al op de cassetteband hadden staan, hebben we ongetwijfeld het nummer opgenomen op onze setlist voor het Poortgebouw. Er staat me bij dat onze muziek een verrassing was voor de bezoekers. Ik kan me overigens niet heel veel publiek herinneren. En ook geen andere bands. We hebben zonder twijfel bijgedragen aan de latin-touch en de Midden-Amerikaanse sfeer van het evenement.

Het Poortgebouw heeft ondertussen een eigen website (https://poortgebouw.org/) met een stukje historie. In 1980 gekraakt, waarna de krakers in 1982 een huurcontract kregen aangeboden van de gemeente. Ik kan me geen wooneenheden herinneren (wat is er toch met mijn geheugen), wel een aantal grotere ruimtes. Wij speelden op een van de verdiepingen: wat trappen op, sluipdoor-kruipdoor. Was het de zolderverdieping? We hadden al een aardig latin-repertoire bij elkaar verzameld. Naast Cantaré ook nummers als de Bossa Samba, Meringue, Calypso (alle drie nooit voorzien van een titel, alleen een verwijzing naar het ritme) en Palu de Brazil. En misschien was Line in my life al in wording? Het nummer van onze enige echte televisieoptreden. En Frank en Belinda? Dat gaan we zien in de volgende blogs.

Het Poortgebouw is een prachtig gebouw als ik het nu bekijk. In een superhippe omgeving: het Havengebied van Rotterdam, dicht bij het centrum. Ik realiseer me nu ook pas dat aan de overkant van de Nieuw Maas op het Noordereiland mijn oma geboren is. Vlak bij de spoorbrug. Daar keken we op uit. Ik herinner me van haar het verhaal hoe (twee) Rotterdamse mannen vanaf de torens van de hefbrug naar beneden doken in een poging een record neer te zetten (zonder dat er een Guinness Book of Records was). De geslaagde poging leverde een record op van 70 meter. Ik neem aan dat mijn oma vanuit het raam de sprong heeft gezien.

In 1986 geen bruggenspringers (het Poortgebouw leent zich overigens ook voor een duik in de haven met aan twee zijden water). In een wat troosteloos gebied stond het Poortgebouw te wachten op onze latin-bijdrage aan het Nicaragua-festival.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade